HOME
Organische groei & Stadsplanning

Essentiële elementen van stadsplanning: begrenzing, paden of straten, open ruimtes en woon-, werk- en ceremoniële ruimtes.

Eerst begrenzing: natuurlijk (rotswand) of kunstmatig (muur).

Echte stadsplanning eigenlijk alleen mogelijk bij steden die herbouwd, of nieuw gebouwd worden

Miletus: lijkt de eerste te zijn geweest (ca. 500-440 vCHR.) die inzag dat een stadsontwerp naar vorm een rationele maatschappelijke orde zou kunnen belichamen, verhelderen en voortzetten
Constantinopel

"Tweede Rome"

Nieuwe romeinse hoofdstad in het Oosten, op de plek van het vroegere Byzantium

Als stedelijke vleeswording van de christelijke en keizerlijke politiek van zijn stichter (keizer Constantijn), zonder weerga en lange tijd enige in zijn soort

Opgezet langs een grote processieweg, de Mese, een hoofdader met vertakkingen als structuur voor de stad

Constantinopel bleef de grootste en welvarendste stad van Europa, totdat zij in 1204 werd geplunderd door de kruisvaarders

Middeleeuwse steden

- Met het uiteenvallen van het Romeinse rijk veranderden de geografische en sociale structuren in Europa: de bevolking raakte verspreid, de samenleving was in feite argrarisch. Alleen in gebieden waar een dichte Romeinse verstedelijking had bestaan bleef een aanzienlijk deel van de bevolking geconcentreerd in steden, maar die steden waren binnen de Romeinse muren in omvang gereduceerd
- Steden werden vaak de zetel van een bisdom
- Tegen de elfde eeuw: veel nieuwe nederzettingen in heel Europa, op plekken waar handelswegen samenkwamen of bruggen lagen, langs de kust, onder beschutting van een kasteel of voor de poorten van een abdij
- Twaalfde eeuw: bevolkingstoename, economische bedrijvigheid en langeafstandshandel
- 12e en 13e eeuwse steden wilden dankzij de voorspoed meer autonomie, overgang van feodale naar burgerlijk bestuur. Toenemende complexiteit van het stadsbestuur, opkomst van gilden en verbetering in openbare voorzieningen leidden tot het ontstaan van een nieuw type gebouwen
- Meeste middeleeuwse steden ontstaan organisch rondom een centraal punt
- Geplande steden werden gewoonlijk gesticht met het oog op een specifiek militair of economisch doel
- Religie staat centraal in het leven van de middeleeuwse stad
Urbanisatie in de renaissance

- Rome als voorbeeld van stedelijke ontwerpen. Gehele stad 'herrezen' uit zijn eigen stad. Reorganisatie geïnspireerd op Rome als hoofdstad van de christenheid (zetel van de paus)
- Rome als bedevaartsoord
- Paus Martinus V (1417-1431) trof een grotendeels verlaten, verwaarloosde stad aan bij zijn terugkeer naar Rome. Hij plaatste de stad onder één bestuur, liet privébezit onteigenen en verschafte zo de middelen tot een gigantische stadsontwikkeling
- Paus Nicolaas V (1447-1455) droeg projecten voor, met hulp van Alberti (eerste theoreticus van renaissancistisch stedelijk ontwerp), maar geen enkel plan werd gerealiseerd, behalve de verplaatsing van de pauzelijke regering naar het Vaticaan
- Pas in de 16e eeuw daadwerkelijke veranderingen
- Grootse pleinen, pracht en praal, districten, vergezichten, etc.
Fabrieken & openbare parken

Vroeg 19e eeuw: industriële revolutie

Arbeiders leefden in vervuilde wijken rondom de fabrieken. Verandering kwam toen Robert Owen (1771-1858) een complete nederzetting, vol voorzieningen liet bouwen voor zijn werknemers.
- In dezelfde periode ontwikkelde de Franse sociale wetenschapper Charles Fourier (1772-1837) zijn project voor de 'phalanstere', een groot gebouw dat gezamelijk bezit zou zijn, met verschillende voorzieningen
- Soortgelijke communes op kleinere schaal, verrezen in Frankrijk en de Verenigde staten.

- Al in de 17e eeuw was bekend dat groen kon helpen om vervuilde lucht te zuiveren
- Ontstaan van stadsparken voor de gewone mens vanaf 1789, daarvoor alleen koninklijke parken voor bezitters van grote grondgebieden

Steden van de toekomst

Le Corbusiers eisen voor een eigentijdse stad met 3 miljoen inwoners (Parijs in ca. 1925)
- Verstopping stadscentra ongedaan maken
- Bouwdichtheid vergroten
- Meer middelen om ons te verplaatsen
- Meer parken en openbare ruimtes

Ebenezer Howard (1850-1928): de Tuinstad
- Een zelfstandige stad, gelegen in het groene platteland, voorzien van zowel landelijk uitziende woningbouw als van industrie en alle culturele voorzieningen. Zij zou gemeenschappelijk bezit zijn en economisch onafhankelijk.
- Verwezenlijkt in Letchworth, in 1903 begonnen

Frank Lloyd Wright: de gedecentraliseerde, landelijke Broadacre City
- Centrale planning onnodig geworden door de opkomst van de auto en telefoon.
Berlijn en de internationale architectuurtentoonstellingen

- Tussen het begin van de 19e eeuw en het midden van de 20e eeuw werden vrijwel alle gangbare systemen voor stadsontwikkeling in Berlijn gebruikt
- Het proces van stadsontwikkelingen was al een tijd bezig, maar door de verwoesting van het grootste gedeelte van de stad in de tweede wereldoorlog was er extra behoefte, maar vooral mogelijkheid voor enorme verbouw plannen
- Het communistische deel van Berlijn kreeg de ruim twee kilometer lange, 90 meter brede Frankfurter-Allee, die werd omzoomd door flatgebouwen. Het geheel werd voltooid in 1961 als 'de eerste socialistische staat'
- Het West-Berlijnse stadsbestuur probeerde uitdrukking te geven aan tegengestelde politieke en esthetische idealen
In 1953: architecten uit 14 landen uitgenodigd om flats te ontwerpen en daarmee tevens een permanente internationale architectuurtentoonstelling te maken.
- 1961, haastig de Berlijnse muur opgetrokken door Oost-Berlijn
- In 1989: de val van de muur betekende een brede strook niemandsland om te ontwikkelen
- In heel Europa werden door de oorlog beschadigde steden herbouwd volgens de ontwerpen die leken op die voor de Berlijnse tentoonstelling.

- Een stad is een levend organisme, dat maar een beperkte hoeveelheid implantaten kan overleven.
Het kloosterwezen

Het christelijke kloosterwezen ontstond in de vierde eeuw. Maar al eeuwen hiervoor bestond er in India een diep religieuze innerlijke gedrevenheid tot zelfopoffering

Vroegst overgebleven boedhistische kloosters zijn uit de rotsen gehouwen gebouwen te Bhaja (ca. 250 v.Chr.) en
Karli

Het christelijke kloosterwezen ontstond in Egypte. Egyptische monniken waren kluizenaars die leefden in hutten of holen in de woestijn.

Vroeg in de vierde eeuw voegden sommigen zich bij elkaar om gemeenschappelijk kerk en eetzaal te delen: cenobieten

Tot S. Benedictus rond 520 een klooster stichtte ten noorden van Napels, bleef het klooster een invoer van het Oosten.

De plattegrond van St. Gallen, rond 820 door een geestelijke uit Keulen vervaardigd, is het volmaakte voorbeeld van een Westers opgezet klooster, alles had zijn eigen plek

Het streng hiërarchisch systeem van St. Benedictus, dat zich weerspiegelde in de architectuur, regelde elk uur in het leven van een monnik of non

Monniken en nonnen legden geloftes van gehoorzaamheid, kuisheid en armoede af

Elk klooster was zelfbesturend en zelfstandig

Naarmate de benedictijner klooster zich uitbreidden en bezit, vooral land, verkregen, werden zij steeds lakser en corrupter